Het consortium Team Duurzaam Installeren 500 (TDI500) wil binnen drie jaar het aantal geïnstalleerde (hybride) warmtepompen met 500 extra warmtepompen per dag verhogen. Hiervoor moet de installatiesector op een andere manier te werk gaan. TDI500 heeft daarvoor vanuit de regeling Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) van RVO een subsidie van 5 miljoen euro gekregen. TDI500 richt zich op de ontwikkeling van installaties die beter betaalbaar zijn, met betere prestaties en die in de helft van de tijd kunnen worden geïnstalleerd. Warmtepompen spelen een essentiële rol in het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Het beleidsprogramma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving heeft als doel om in 2030 één miljoen (hybride) warmtepompen geïnstalleerd te hebben in bestaande gebouwen. Om dat mogelijk te maken moet het tempo flink omhoog naar ruim 100.000 extra installaties per jaar, ofwel 500 extra installaties per dag. Installatiebedrijven hebben een sleutelrol om deze versnelling te kunnen realiseren, samen met de fabrikanten, groothandel, klanten, scholen, overheden en kennisorganisaties.
De toekenning van de MOOI-subsidie betekent de kickstart van het TDI500-project, waarin het consortium zichzelf de volgende doelen stelt:
- Vergroten van de capaciteit bij installatiebedrijven
Halveren van de tijd die nodig is voor intake, werkvoorbereiding, installatie en nazorg van een (hybride) warmtepompinstallatie. Door o.a. het ontwikkelen en testen van datagedreven tools kan de installatietijd worden teruggebracht van 32 naar 16 uur. Daarnaast wordt gewerkt aan het terugbrengen van de kennisintensiviteit (MBO 2 en 3) door taken op te delen en te diversifiëren in de complexiteit van installatie-activiteiten: startende monteurs kunnen sneller aan de slag en hooggekwalificeerde mensen worden effectiever ingezet.
- Nieuwe en verbeterde (hybride) installatieconcepten
Ontwikkelen drie verbeterde installatieconcepten waarmee o.a. voor gestapelde bouw (zoals appartementengebouwen) de hybride warmtepomp ook spijtvrij en betaalbaar kan worden geïnstalleerd.
- Installatie betaalbaar maken voor een grotere groep gebouweigenaren
Verlagen van de installatiekosten met 30% door verkorting van de installatietijd en verhoging van standaardisatie en seriematig werken. Daarnaast wordt gezorgd voor 15% minder energiegebruik door betere inregelmogelijkheden voor installaties, prestatiemonitoring en service op afstand.
- Zekerheid over energiebesparing in de praktijk
Afstemmen installaties op groepen woningen, ontwikkelen dynamische testprotocollen en verbeterde tooling voor inregelen en prestatiemonitoring dragen bij aan verbetering van het inzicht in te verwachten energiebesparing. De opgedane kennis wordt zo breed mogelijk gedeeld binnen de gehele sector om de beoogde versnelling en opschaling te kunnen realiseren. De eerste resultaten worden eind 2023 verwacht. Via de bestaande opleidingsprogramma’s en door middel van de klankbordgroep met de partijen in de keten, wordt actief gewerkt aan kennisverspreiding en het vormgegeven van allianties tussen ketenpartners. Overige belanghebbenden worden o.a. via evenementen en publicaties op de hoogte gehouden.
Over het consortium
Het TDI500-consortium bestaat uit Bonarius, Breman, Comfort Partners, econic, Eneco, Essent, Feenstra, HeatTransformers, Mampaey, Mensen maken de transitie, Stichting Team Duurzaam Installeren, een nieuwe stichting bestaande uit de installatiebedrijven van het consortium, en TNO. Deze laatste fungeert als penvoerder van het consortium. Daarnaast is Techniek Nederland als ondernemersorganisatie van installatiebedrijven nauw aangesloten bij het consortium om opgedane ervaring en kennis verder binnen de sector te verspreiden.
Over BDH
Maarten Hommelberg, managing consultant van BDH, was kwartiermaker van Team Duurzaam Installeren. Na dit succesvol kwartiermakerschap, mag hij in 2023 de operationele zaken voor TDI onder zijn hoede nemen.
BDH heeft jarenlange ervaring met projecten als deze met een brede groep opdrachtgevers in de energietransitie, en kan daarmee krachtig bij dragen aan deze versnelling van de verduurzaming van warmte in de woningbouw.